Biodiversiteit - Landschap - Klimaat - Erfgoed
Terug naar overzicht
Biodiversiteit - Landschap - Klimaat - Erfgoed
Houtkanten, hagen, poelen, hoogstammige fruitbomen, bomenrijen, sloten, ... zijn allemaal voorbeelden van kleine landschapselementen (KLE's). Ze zijn typerend voor onze regio. Deze KLE's maken ons landschap gelaagd en gevarieerd én zijn onmisbaar voor de natuur: dieren vinden er beschutting en voedsel.
De laatste jaren verdwenen deze KLE's jammer genoeg steeds meer uit het landschap. Onze werking zet dan ook volop in om kleine landschapselementen opnieuw op te waarderen. Help jij mee het tij te keren? Dan ben je bij de medewerkers van ons Landschapsloket aan het juiste adres. Ze geven je met plezier vrijblijvend advies.
Houtkanten, hagen, poelen, hoogstammige fruitbomen, bomenrijen, sloten, ... zijn allemaal voorbeelden van kleine landschapselementen (KLE's). Sommige kleine landschapselementen vervulden vroeger een belangrijke functie. Zo dronk vee uit poelen, hielden meidoornheggen koeien en schapen in de weide en bakenden knotbomen percelen af. Maar alternatieven deden hun intrede en verdrongen deze natuurpareltjes stelselmatig uit ons landschap. En dat is zonde, want kleine landschapselementen zijn zeer waardevol:
Door kleine landschapselementen te herstellen of opnieuw aan te planten herstellen we een uniek stukje landschap vol natuur- en erfgoedwaarde. Dankzij steun van Provincie Antwerpen en Provincie Oost-Vlaanderen maken we hier in samenwerking met gemeentes Puurs-Sint-Amands en Bornem, landbouwers en particulieren werk van.
In Klein-Brabant brachten we plaatsen in het KLE-netwerk in kaart waar meer dan 25 meter afstand is tussen beplantingen, voor sommige vleermuissoorten genoeg om de oversteek niet te durven maken. Samen met gemeentes bekijken we waar we deze afstand kunnen overbruggen door aanplanting van bomenrijen en houtkanten. De eerste aanplantingen gebeurden in de winter van 2022, de komende jaren zullen er nog volgen. De aanplantingen zullen niet alleen onze dieren ten goede komen: ze maken het landschap extra aangenaam om in te wonen, te wandelen en te fietsen.
Inwoners uit ons werkingsgebied die hun perceel een meer natuurlijke toets willen geven, kunnen ons Landschapsloket vrijblijvend om advies vragen.
Om iedereen zo goed mogelijk te kunnen helpen, is ons werkingsgebied verdeeld onder de drie medewerkers landschap (zie kaart).
Beslis je om bepaalde werken te laten uitvoeren? Ons landschapsloket kan met jou bekijken of zij ook kunnen ondersteunen in de realisatie ervan. Mogelijk beloont je gemeente je voor jouw KLE met een toelage. Dat is ook zo als je de werken zelf uitvoert.
Kleine landschapselementen zijn zeer gevarieerd, je vindt ze in vele vormen en gedaanten.
Een alleenstaande boom, die meestal de kans krijgt om groot uit te groeien. Sommige van deze bomen hebben een rijk verleden, zoals vredesbomen, kapelbomen, grensbomen, welkomstbomen, hoekbomen, …
Een bomengroep is een groep bomen in een verder relatief opener landschap. Zo'n bomengroep biedt schaduw aan het vee.
Lijnvormige aanplant van ten minste 10 bomen van streekeigen soorten. Lees hier meer over streekeigen of autochtoon plantgoed.
Een elzensingel is een houtkant die enkel bestaat uit elzen, in onze regio voornamelijk zwarte els. Deze singels groeien vaak langs sloten en grachten waar ze zorgen voor versteviging van de taluds.
Een akker(rand) die wordt ingezaaid met mengsels van één- of meerjarige akkerkruiden, granen en landbouwgewassen. Ze bieden onder meer voedsel- en schuilmogelijkheden voor vogels, zoogdieren en insecten. Lees hier meer.
Een laantje, greppel of ‘zepke’ is een zeer ondiep slootje dat zorgt voor de oppervlakkige afwatering van natte graslanden, zodat zuur regenwater niet blijft staan.
Een haag bestaat uit één of twee rijen dichte struiken die een relatief strak uitzicht hebben doordat ze jaarlijks geschoren worden. Lees meer.
Een bos waarin bomen periodiek tot juist boven de grond worden afgezet. Dezelfde bomen groeien nadien terug en vormen opnieuw een hakhoutbos. Ze vormen een bron van brand en geriefhout.
Een heg bestaat uit één of twee rijen struiken en bomen die minimaal om de drie jaar worden teruggesnoeid. Hierdoor heeft een heg een natuurlijker uitzicht dan een haag, waarbij de struiken uitbundiger bloeien en bessen dragen. Lees meer.
Hoogstammige fruitbomen, meestal in een regelmatig verband aangeplant. Dit levert niet alleen fruit, maar vormt ook een beschutte graasweide. Lees meer.
Een houtkant is een brede strook van houtige gewassen zoals bomen en struiken. Hierbij wordt een deel van de planten periodiek afgezet terwijl de andere vrij uitgroeien. Lees meer.
Een houtkant die op een aarden ‘dijkje’ of een wal groeit. Deze wordt net als de gewone houtkanten periodiek afgezet.
Een kaphaag is een rij knotbomen in een dicht plantverband. Ze kan veekerend zijn en een opbrengst leveren in de vorm van bijvoorbeeld brandhout of loofvoeder. Haagbeuk en vroeger ook es zijn typische soorten die in deze beheervorm voorkomen.
Een boom waarvan de takken op regelmatige tijdstippen worden afgezet. Een knotboom is dus geen soort, wel een beheervorm. Knotbomen kunnen verschillende vormen hebben van een stoofvorm, stoelvorm tot een knotvorm. Knotbomen kan je laten knotten via ons project Goed Geknot.
Een poel is een kleine, ondiepe waterpartij met glooiende oevers. Ze zijn een thuis voor tal van planten en dieren zoals amfibieën. We vinden ze op plaatsen met een hoge grondwaterstand en worden o.a. gebruikt als drinkwater voor vee. Lees meer.
Een sloot is een natuurlijke of gegraven sleuf die dient voor de aan- of afvoer van water. Sloten met permanent water en weinig stroming hebben dikwijls zeer kenmerkende en waardevolle vegetaties.
Trage wegen zijn wegen hoofdzakelijk bestemd voor niet-gemotoriseerd verkeer. Ze vormen aantrekkelijke en veilige verbindingen voor mens en dier in het landschap. Lees meer
Mensen groeven vroeger putten om vlas te roten, waardoor de vezel van de plant gescheiden werd. Zo konden ze linnen maken. Dit gebruik verdween en vlasrootputten verlandden of werden opgevuld.
Een vlechtheg is een rij struiken die door het leggen, leiden of vlechten van de stammen en/of takken ondoordringbaar is gemaakt. Er bestaan verschillende, vaak streekgebonden stijlen. Behalve functioneel als veekering of omheining (meidoorn), kunnen ze ook zeer esthetisch zijn in vormen zoals bijvoorbeeld de kruishaag (haagbeuk, gele kornoelje). Lees meer.
Een waterpartij die ontstaat nadat het water bij een dijkbreuk net achter de bres met grote kracht een metersdiepe put uitschuurde. Wanneer het water uit de overstroomde polders opnieuw verdween, bleef naast de dijk een poel met meestal steile oevers over. Werd de bres snel hersteld, dan heeft de poel een ronde of ovale vorm. Hoe langer het herstel duurde, hoe grilliger de vorm.