Kleine landschapselementen (KLE's) zijn onlosmakelijk verweven met het karakter en streekidentiteit van het Waasland zoals populierenrijen rond bolle akkers, dreven in de polders, vele knotwilgen, poelen en hoekputten. Ze maken al eeuwenlang deel uit van ons landschap en vormen een groenblauw netwerk dat toelaat dat functies als landbouw, natuur en recreatie met elkaar verbonden worden. De groene elementen in dit netwerk zijn de heggen, houtkanten, struweeltjes en (knot-)bomenrijen die we onder de noemer 'houtkanten' vatten. Ze leveren een brede waaier aan ecosysteemdiensten: het weerbaarder maken van ons landschap tegen klimaatverandering, het reguleren van de waterhuishouding, het vastleggen van koolstof,... Bovenal ondersteunen ze de biodiversiteit: KLE's verbinden natuurgebieden en vormen een habitat en corridor voor fauna en flora.
Hoewel de voordelen van houtkanten inmiddels breed erkend worden, ze goed beschermd zijn en er verschillende subsidiemogelijkheden zijn voor aanleg en beheer, staat het houtkantennetwerk nog steeds onder druk. Hierdoor verliezen we niet enkel biodiversiteit en tal van ecosysteemdiensten maar ook landschappelijke cultuurhistorie. Er lopen in Vlaanderen intussen grootschalige initiatieven om het tij te proberen te keren (cf. lancering Houtkantenplan, het Regionaal Klimaatadaptieplan Waasland, het Lokaal Energie en Klimaatpact). Met dit LEADER-project werken we aan meer en betere houtkanten in de open ruimte door lokale besturen en actoren te engageren en te activeren. Bestaande houtkanten worden in kaart gebracht en een gepast beheer uitgestippeld, verdwenen houtkanten hersteld en nieuwe aangeplant.