Een poot is een wilgentak van ongeveer 5 jaar oud. Je kan hem simpelweg in de grond steken en deze zal spontaan wortelen en uitgroeien tot een boom.
Voorbereiding
Aanplanten van wilgenpoten doe je best in maart. Je kan wilgenpoten gerust enkele weken in open lucht laten liggen voordat je ze in de grond steekt.
Hoe begin ik er aan?
- Knip voordat je de poot plant alle zijtakken van de poot en snijd de onderkant schuin af zodat die steviger in de grond zal zitten. Er wordt welleens gezegd dat je onderaan de poot wat schors moet verwijderen zodat jonge wortels makkelijker kunnen groeien. Dat is maar een fabeltje.
- Laat minstens 2 meter afstand tussen 2 wilgenpoten. Als je ze verder uit elkaar zet hebben de bomen meer ruimte en krijg je ‘bredere’ bomen.
- Maak een put van 50 cm diep, zet de poot in de put en druk de poot vervolgens nog eens 10 cm dieper. Zorg ervoor dat de poot minstens 60 cm diep in de grond zit zodat hij goed verankerd zit en niet wiebelt door de wind waardoor jonge worteltjes kunnen afbreken.
- Druk de grond rond de poot stevig aan.
- Verwijder de eerste 2 jaren de jonge scheuten op de stam. Dit doe je best voor 21 juni, dan zijn de takjes nog niet verhout en kan je ze makkelijk met de blote hand ‘afritsen’ van boven naar beneden.
Van wilgenpoot tot knotboom
Een poot groeit uit tot een gewone wilg. Wil je een knotwilg? Dan moet je de boom regelmatig knotten. Knot jouw jonge knotboom een eerste keer twee jaar na de aanplant, vervolgens na 3 jaar nog eens. Daarna knot je een wilgenboom het best elke 5 à 6 jaar opnieuw. Bomen die niet tijdig geknot worden kunnen uit elkaar vallen door het gewicht van de zware takken.
Knotten doe je in de winter (november – maart), dus als de boom geen bladeren heeft. In de zomer heeft een boom te weinig energiereserves om opnieuw uit te lopen als hij zijn volledige kroon verliest.
De hoogte van de knot kies je zelf. Houd er wel rekening mee dat hoe hoger de knot zit, hoe moeilijker het knotten zal zijn.
De takken van de boom knot je best als ze een diameter van 10 cm hebben. Knot je de takken op een diameter van 15-20 cm dan overleven de meeste bomen het wel, maar is de wonde al relatief groot. Takken knotten met een nog grotere diameter raden we af. Hoewel de geknotte bomen vaak nog scheuten vormen, sterven ze daarna vaak af.
Meer info over het correct onderhouden van knotbomen vind je in de infobrochure Knotbomen, Knoestige knapen – een praktische gids.